De sudanese goudmus (Passer luteus), ook bekend als bruinrug goudmus is een wat kleinere soort binnen het geslacht der mussen. Met een lengte van 12 tot 13cm en spanwijdte van 5.7 tot 7 cm is deze vogel beduidend kleiner.
De sudanese goudmus in het wild
De sudanese goudmus komt in het wild voor in het gebied onder de Sahara woestijn (Afrika). Dit strekt zich uit van Senegal in het oosten tot aan Sudan en Ethiopië. Er zijn ook sudanese goudmussen waargenomen boven de Sahara woestijn, maar dit is bij enkele waarnemingen gebleven, blijvende broedkoppels zijn niet waargenomen.
De sudanese goudmus wordt vaak tot dezelfde soort als de arabische goudmus (Passer euchlorus) gerekend. Dit is echter een aparte soort zoals de latijnse naam al verraadt. Deze soort komt hoofdzakelijk in zuid-west Arabië voor.
De eerste beschrijving van de sudanese goudmus in de literatuur werd door Martin Lichtenstein gedaan in 1823. De sudanese goudmus werdt nabij het plaatsje Dongola in Sudan. De vogel werd in het geslacht Passer geplaatst. De soortnaam luteus betekend saffraan geel in het latijn, de kleur van de sudanese goudmus.
In het geslacht Passer komen naast de Sudanese goudmus ook de arabische en de kastanje mus voor. De arabische goudmus is bijna volledig geel, de sudanese goudmus is geel, met kastanje bruine dekveren en rug. De kastanje mus is volledig bruin. Om deze reden werd lang gedacht dat de sudanese goudmus een kruising tussen de kastanje goudmus, en de arabische goudmus was. Later is door DNA onderzoek gebleken dat zij dezelfde voorouders hebben, maar verschillende soorten betreffen.
De sudanese goudmus leeft zoals reeds gemeld in het gebied onder de Sahara, hier leven zij in de open savannes en semi-woestijn gebieden. Hier zoeken zij naar zaden en kleine insecten als voedsel. Nesten worden in takken van bomen gebouwd met alles wat te vinden valt. Hoofdzakelijk grashalmen en kleine takjes.
Uiterlijk en geslachtsonderscheid
Het uiterlijk van de man wordt gekenmerkt door het bijna volledig gele verenkleed. Het hoofd en het onderlichaam is volledig geel, de vleugels en rug zijn kastanjebruin. De vleugels hebben ook 2 witte strepen.
Het popje is over het algemeen wat doffer van kleur, het geel heeft grotendeels plaats gemaakt voor een meer bruingele tekening. De vleugels zijn lichter bruin van kleur en de de rug is bruin-geel van kleur. De kenmerkende tekening van de man ontbreekt grotendeels.
De sudanese goudmus in gevangenschap houden
In gevangenschap houden is goed mogelijk bij deze vogel. Het zijn prima volière vogels die ook buiten kunnen overwinteren. Het beste is het om meerdere koppels samen te houden gezien het echte kolonie vogels zijn. Onderling zijn ze zeer vredelievend, en naar andere afrikaanse en australische prachtvinken zullen ze geen overlast veroorzaken.
Huisvesting
De sudanese goudmus kan goed in de buiten volière gehouden worden met andere vogelsoorten. Het is belangrijk dat deze buiten volière de beschikking heeft over een vorst en tochtvrij nachthok. Hier kunnen de vogels zich terugtrekken indien het weer omslaat. De volière kunt u beplanten met verschillende struiken en bomen. De goudmussen bouwen hier graag hun nest in.
Voeding
Als basisvoeder krijgen de sudanese goudmussen een goede mengeling voor tropische vogels of volièremix. Dit wordt aangevuld met een eivoer/krachtvoer om te voorzien in de behoefte naar eiwitten. Kiemzaad wat rijk is aan voedingsstoffen mag eigenlijk ook niet ontbreken in het dagelijkse menu.
Om de behoefte van dierlijke eiwitten te voldoen kunt u universeelvoer en levend voer aanbieden. Het universeelvoer kunt u mengen met eivoer, bijvoorbeeld in een verhouding van 1 op 1. Levend voer in de vorm van buffalowormen, (geknipte) meelwormen en pinkys wordt erg gewaardeerd. Let er alleen op dat u niet teveel levend voer verstrekt, een teveel aan dierlijke eiwitten kan de broeddrift dusdanig verhogen dat de man agressief kan worden, en het popje een nieuw nest gaat beginnen terwijl er nog eitjes of jongen in het huidige nest aanwezig zijn.
Naast al deze eiwitten is het uiteraard ook belangrijk dat er voldoende mineralen binnen komen, dit kan in de vorm van een pikblok, vogelgrit en een sepiaschild. Ook vitaminen mogen nooit ontbreken. De vogels krijgen bij mij dagelijks vers fruit of groente om voldoende vitaminen beschikbaar te stellen. Geef alleen niet teveel bladgroenten (Sla, andijvie, spinazie etc.) achter elkaar. Dit kan dunne ontlasting opleveren waardoor de vogels veel vocht verliezen.
Vers drink en badwater mag zoals bij alle vogels nooit ontbreken, ververs dit dagelijks. Bij warm weer (25+°C) is het verstandig meerdere malen per dag het water te verversen, en de waterbak schoon te maken. Zo voorkomt u algengroei en dus ziekte bij de vogels.
Geef een reactie