Dé complete lijst met ringmaten europese cultuurvogels. De aanvraag voor ringen van beschermde inheemse vogels dient te worden gedaan door middel van het aparte aanvraagformulier verkrijgbaar bij de NBVV. De originele aanvraag – volledig ingevuld en ondertekend – dient in het bezit te komen van het Bondsbureau.
Aanvragen voor ringen van o.a. bovengenoemde vogels per fax, per e-mail kunnen niet geaccepteerd worden omdat de AID (Algemene Inspectie Dienst) in het bezit moet komen van het originele ringenaanvraagformulier. Een fotokopie van de ringenaanvraag blijft aanwezig op het Bondsbureau. Wilt u het blad ‘Onze Vogels’ niet beschadigen dan kunt u fotokopieën maken van de ringenaanvraagformulieren.
De afgegeven ringen mogen uitsluitend worden gebruikt voor in Nederland gefokte vogels. De ringen worden aangevraagd voor de op het aanvraagformulier in te vullen vogelsoorten en mogen alleen voor die soorten gebruikt worden. De aanvrager mag de ringen nimmer aan derden doorgeven.
In het geval dat er twijfel is over ringmaten voor beschermde inheemse vogels adviseren wij u navraag te doen bij de ringencommissarissen, de speciaalclubs, het Bondsbureau, Bureau Cites/Laser in Dordrecht of de website van het ministerie van LVN te raadplegen.
Voor zover u in het bezit bent van beschermde uitheemse vogels gaat de NBvV er van uit dat u op de hoogte bent van de wetenschappelijke naam van die vogels en weet welke ringmaten (ook weer door middel van het aanvraagformulier voor het verkrijgen van gesloten pootringen enz.) voor die vogels moeten worden aangevraagd.
Vermeldt wordt dat de ringen zoals die door de NBvV geproduceerd en geleverd worden voor beschermde inheemse vogels voldoen aan de eisen van het ministerie van LNV (juiste ringmaataanduiding en het teken van NL op de ring). Uiteraard komen op deze ringen ook uw kweeknummer, volgnummer, jaartal en de NBvV-code. Aluminium ringen zijn voorzien van de wettelijk voorgeschreven breukzone. Deze breukzone wordt niet toegepast bij roestvrij stalen ringen.
Ringmaten europese cultuurvogels
| Nederlandse naam | mm | Wetenschappelijke naam |
| appelvink | 3,4 | Coccothraustes coccothraustes |
| baardmannetje | 2,7 | Panurus biarmicus |
| barmsijs groot | 2,7 | Carduelis flammea |
| barmsijs klein | 2,5 | Carduelis flammea |
| cirlgors | 2,8 | Emberiza cirlus |
| citroenkanarie | 2,5 | Serinus citrinella |
| ekster | 6,5 | Pica pica |
| Europese appelvink | 3,4 | Coccothraustes coccothraustes |
| Europese kanarie | 2,3 | Serinus serinus |
| Europese kwartel | 4,5 | Coturnix coturnix |
| Europese roodmus | 2,9 | Carpodacus erythrinus |
| frater | 2,5 | Carduelis flavirostris |
| geelgors | 2,9 | Emberiza citrinella |
| goudvink groot | 3,0 | Pyrrhula pyrrhula |
| goudvink klein | 2,7 | Pyrrhula pyrrhula |
| grauwe gors | 3,3 | Miliaria calandra |
| grijze gors | 2,9 | Emberiza cia |
| groenling | 3,0 | Carduelis chloris |
| haakbek | 3,5 | Pinicola enucleator |
| heggemus | 2,5 | Prunella modularis |
| huismus | 3,1 | Passer domesticus |
| keep | 2,7 | Fringilla montifringilla |
| kneu | 2,5 | Carduelis cannabina |
| koolmees | 2,8 | Parus major |
| koperwiek | 4,0 | Turdus iliacus |
| kruisbek | 3,5 | Loxia curvirostra |
| kruisbek groot | 4,0 | Loxia pytyopsittacus |
| kruisbek schotse | 3,5 | Loxia scotica |
| kruisbek witband | 4,0 | Loxie leucoptera |
| kuifleeuwerik | 3,3 | Galerida cristata |
| kwikstaart gele | 2,5 | Motacilla flava |
| kwikstaart grote gele | 2,7 | Motacilla cinerea |
| kwikstaart witte | 2,8 | Motacilla alba |
| merel | 4,5 | Turdus merula |
| ortolaan | 2,8 | Emberiza hortulana |
| patrijs | 7,0 | Perdix perdix |
| pestvogel | 3,8 | Bombycilla garrulus |
| pimpelmees | 2,5 | Parus caeruleus |
| putter groot | 2,7 | Carduelis carduelis |
| putter klein | 2,5 | Carduelis carduelis |
| rietgors | 2,7 | Emberiza schoeniclus |
| ringmus | 2,7 | Passer montanus |
| roodborstje | 2,5 | Erithacus rubecula |
| roodvoorhoofdkanarie | 2,3 | Serinus pusillus |
| rotsmus | 3,2 | Petronia petronia |
| sijs | 2,5 | Carduelis spinus |
| spreeuw | 4,5 | Sturnus vulgaris |
| staartmees | 2,3 | Aegithalos caudatus |
| tuinfluiter | 2,5 | Sylvia borin |
| Turkse tortel | 6,0 | Streptopelia decaocto |
| veldleeuwerik | 3,4 | Alauda arvensis |
| vink | 2,7 | Fringilla coelebs |
| wilgengors | 2,8 | Emberiza aureola |
| winterkoning | 2,4 | Troglodytes troglodytes |
| woestijnvink | 2,7 | Rhodopechys githaginea |
| zanglijster | 4,0 | Turdus philomelos |
| zomertortel | 6,0 | Streptopelia turtur |
| zwartkop | 2,5 | Sylvia atricapilla |
| zwartkopgors | 2,9 | Emberiza melanocephala |
Hoe staat heel veel op daar om is mijn vraag ik heb de woestijnvink-trompet jullie zegen 2.7 bij verschillen de zegen ze dat ze de 2.9 moeten hebben nu weet ik het niet meer want ik heb jongen Woestijnvinken de trompet en die zijn geringt met 2.7 wat nu
En ik heb nog een vraag ook heb ik de MEGOOLSE Woestijnvink waar moet die dan
Mee geringt worden ik vindt dat het onduidelijk is graag hoor ik het van jullie
Al vast bedankt
Bij twijfel is de grotere van de 2 maten vaak beter, de poot word dan zo min mogelijk afgekneld, aangezien veel vogels ook (onbewust) steeds groter gefokt worden is dit hier ook een gevolg van. Zover mijn informatie rijkt is de groep woestijnvinken niet aan CITES onderhevig, er zijn dus geen “officiele” wettelijke ringmaten voor beschikbaar vandaar de verwarring.
Mijn advies, kijk het aan hoe het gaat mochten de vogels duidelijk irritatie van de ringen hebben (veel op de ongeringde poot zitten, zoeken naar de ring aan de poot etc.) dan is het beter deze te verwijderen. Graag hoor ik dit dan ook van u, dan maak ik er ook 2.9 van.