De parelhalsamadine (Lonchura griseicapilla of Odontospiza caniceps ) is een vrij onbekende prachtvink binnen het geslacht Lonchura. Het is een goede volièrebewoner die alleen in de winter een iets verwarmd nachthok nodig heeft.
De parelhalsamadine in het wild
In het wild komt de parelhals amadine hoofdzakelijk voor in Oost-Afrika; Ethiopië, zuid-Sudan, Kenia en Tanzania. Ze leven buiten het broedseizoen in grote groepen waar ze continu rondtrekken op zoek naar voedsel en water. Het menu bestaat hoofdzakelijk uit diverse gras en onkruidzaden, dit word aangevuld met kleine insecten.
In de broedperiode gaan de parelhalsamadines vaak per koppel leven, ze bouwen een peervormig nest waarbij er een insluip opening op een tak gemaakt word als entree.
Uiterlijk en geslachtsonderscheid
De parelalsamadine dankt zijn naam aan de bekende parels op zijn hals. De kop en hals zijn grijs van kleur waarbij er witte stipjes – de parels – duidelijk zichtbaar zijn. De ruig en borst zijn lichtbruin waarbij de vleugels donkerder bruin zijn. De stuit is cremé wit met donkere staartveren. De snavel is grijs van kleur, de poten zijn vleeskleurig.
Geslachtsonderscheid is bij de parelhalsamadines lastig, uiterlijk verschillen de vogels eigenlijk niet van elkaar. Er word verondersteld dat de mannetjes wat dieper gekleurde parels hebben, maar door de verschillen in het wild kan een populatie met dieper gekleurde popjes dieper van kleur zijn dan lichter gekleurde mannetjes. Het unanieme verschil is echter de zang, de man zingt, het popje niet.
De parelhalsamadine meet van kop tot staart ongeveer 12-13cm, de ringmaat is 2.5mm.
De parelhalsamadine in gevangenschap
Parelhalsamadines zijn niet heel bekend in gevangenschap, docht kunnen zij goed gehouden worden, zelfs door beginners.
Huisvesting
De parelhalsamadine kan goed in een volière met andere prachtvinken gehouden worden. Er word verondersteld dat ze verwant zijn aan het zilverbekje en het loodbekje waardoor bastaard vorming mogelijk is, hier heb ik zelf geen ervaring mee. De parelhalsamadines zijn geen agressieve vogels die prima met andere prachtvinken van gelijke grootte samen gehouden kunnen worden.
Zoals bij alle vogels die in de volière gehouden worden is het belangrijk een nachthok aan te bieden waar de vogels kunnen schuilen tegen de weersinvloeden, dit nachthok moet droog zijn, vorstvrij en absoluut tochtvrij zijn. Door vorst en tocht kunnen de vogels ziek worden met alle nadelige gevolgen van dien. U doet er ook verstandig aan het voer en (drink)water in het nachthok aan te bieden zodat de vogels altijd binnen kunnen blijven, en niet in de regen hoeven te drinken. Badwater dient wel buiten aangeboden te worden ivm het spetteren.
In de winterperiode is het belangrijk dat het nachthok niet onder het vriespunt komt, u kunt een vorstbeschermer of klein keramisch kacheltje aanbrengen om de vogels een aangename omgeving te bieden tijdens de winterperiode. Bij twijfel kunt u de vogels het beste uitvangen en binnen in (broed)kooi verwarmd laten overwinteren.
De beste kweekresultaten worden echter gehaald met parelhalsamadines die per koppel in een vluchtje ,of ruime broedkooi gehouden worden (minimaal 80x40x40cm BxDxH). Het is belangrijk dat er genoeg ruimte is voor eventuele jonge parelhalsamadines die geboren worden.
Voeding
Als basis voeding word een goede mengeling voor tropische vogels aangeboden. Dit word aangevuld met onkruidzaden. Zelf meng ik 1:5 onkruidzaden met tropenzaad (5Kg onkruidzaad bij 20Kg tropenzaad). Naast deze basis van zaden word groenvoer aangeboden om te voldoen in de vitamine behoefte. Zoals bij alle zaadetende vogels mag maagkiezel, net als vogelgrit nooit ontbreken. Ook vers (bad)water dient altijd aanwezig te zijn.
In de broedperiode is het belangrijk te voorzien in voldoende eiwitten, dit kan in de vorm van eivoer en universeelvoer wat rijk aan dierlijke eiwitten is. De pop heeft dit nodig om haar eitjes aan te maken, en om later voldoende kropmelk aan te maken voor de jonge parelhalsamadines.
Het badwater dient dagelijks ververst te worden om ziektes te voorkomen, in de zomerperiode kunt u het zelfs 2 keer per dag verversen, algengroei kan snel gaan bij stilstaand water in de zon.
Kweken met parelhalsamadines
Over de kweek met parelhalsamadines is helaas weinig bekend. De vogel bouwt in het wild een vrij nest in de takken, in de volière is het dus verstandig veel beplanting aan te brengen waar de vogel een vrij nestje kan bouwen. Ook worden er wel eens nestjes in tralie of halfopen nestkastjes gebouwd. Als nestmateriaal kunt u (gebleekte) kokosvezel, kleine takjes, uitgeplozen sisaltouw en grashalmen aanbieden. Als bekleding van het nest worden graag (dons)veertjes en ander zacht materiaal zoals dierenhaar gebruikt. Wanneer al dit nestmateriaal word aangeboden zullen de vogels zullen hier zelf een mooie nestje mee maken als de conditie goed is. De toegang tot het nestje zit aan de zijkant, hierdoor is een tralienestkastje het beste.
Wanneer het nestje voltooid is zal het popje dagelijks een eitje leggen, met 4-6 eitjes is het nestje compleet. De broedduur van de parelhalsamadine is afhankelijk van het weer 11 tot 12 dagen. Wanneer de jongen uitkomen is het belangrijk voldoende eiwitrijk voer aan te bieden in de vorm van universeelvoer en eivoer. Alhoewel de parelhalsamdine minder afhankelijk is van levend voer vergeleken met andere Afrikaanse prachtvinken is het wel belangrijk dit in voldoende mate aan te bieden. Een tekort aan levend voer kan vroegtijdige sterfte veroorzaken doordat de jonge vogels onvoldoende voedinsgstoffen binnen krijgen.
Na ongeveer 3 weken verlaten de jongen hun nest, ze zullen dan nog enkele weken door de ouders gevoerd worden alvorens ze zelfstandig zullen zijn. In het begin zijn de jongen vrij licht van kleur, later zal dit in de rui veranderen en krijgen zij hun volwassen kleur (inclusief de bekende parelhals)
Geef een reactie