De maskeramadine (Phoephilia personata) is een Australische prachtvink die toebehoort aan de familie van de Poephila, van origine komen zij uit het tropischere deel van Australië. Hier bewonen zij samen met de spitsstaartamadine de licht beboste en beplantte graslanden in de buurt van open water.
De maskeramadine in het wild
In het wild komt de maskeramadine zoals reeds vermeld alleen in het binnenland van Australië voor, er zijn van de vogel inmiddels 2 ondersoorten bekend:
- Poephila personata leucotis, de “witoor” maskeramadine waarbij de wangen en het bovenste deel van de borst wit in plaats van de kaneelbruine kleur zijn. Deze ondersoort komt meer naar het oosten van Noord Australië voor
- Poephila personata personanta de “nominaal” vorm van de maskeramadine welke in het grootste deel van noordelijk Australië te vinden is.
Hun leefgebied beslaat hoofdzakelijk uitgestrekte dun beboste en met struikgewas beplantte gebieden, ze worden echter ook waargenomen in meer stedelijke gebieden, bijvoorbeeld in tuinen of stadsparken.
De maskeramadines hebben in het wild een groot verspreidingsgebied, en er zijn geen zorgen dat de vogel met uitsterven bedreigd word. De status op de rode lijst van de IUCN is voor de maskeramadine daarom ook “Least concern”. De grootte van de populatie is niet bekend, maar het is een zeer algemene verschijning in zijn leefgebied.
Uiterlijk en geslachtsonderscheid bij maskeramadines
De maskeramadine is, zoals zijn naam al doet vermoeden een vogel met een kenmerkend masker. Dit masker is vanaf de snavle in een puntvorm tot achter het oog zichtbaar. De kleur van borst, rug, vleugels en bovenkant van de stuit zijn hoofdzakelijk kaneelbruin met enige kleurtinten. Kenmerkend is de zwarte staart, en het “broekje” bij de poten.
Het geslachtsonderscheid bij maskeramadines is voor de beginner zeer lastig. Uiterlijk verschillen de vogels bijna niet. In het broedseizoen is de zang van de man doorslaggevend, maar buiten het broedseizoen zal hij zijn zang weinig laten horen.e
De echte verschillen zijn hoofdzakelijk bij het masker en het “broekje” te zien (de zwarte tekening bij de poten) bij de man is het masker vaak iets verder doorgetrokken tot achter het oog, en het broekje komt verder tot aan de borst. De man is vaak ook iets intensiever gekleurd dan het popje.
De maskeramadine in gevangenschap houden
De maskeramadine is door zijn bijzondere uiterlijk een vrij populaire vogel in de avicultuur, “de vogelhobby”. Door zijn levendige karakter is het ook een echte volière bewoner. Hij kan goed samen gehouden worden met andere Australische prachtvinken.
Huisvesting
Doordat de maskeramadine een levendige vogel is verdient hij een grote ruim beplantte volière. Hier kunnen ze hun energie goed kwijt. Maskeramadines zijn ook goed in een kooi te houden, deze moet dan echter wel ruim genoeg zijn zodat de vogel goed kan vliegen. Door hun levendige karakter komen zij alleen in de volière echt goed tot hun recht.
Het is belangrijk deze volière ook goed te beplantten omdat het toch enigzins schuwe vogels zijn. Doormiddel van veel beplanting kunnen zij op genoeg plekken schuilen tegen bedreigingen van buitenaf. De maskeramadines zijn in tegenstelling tot sommige andere Australische prachtvinken nog niet volledig gewend aan het Nederlandse klimaat, daarom dienen zij – met name in de winter – in een verwarmde omgeving gehouden te worden. Het is verstandig de omgevingstemperatuur van de maskeramadines niet te laten zakken tot onder de 10-15°. Er zijn mij vogels bekend die al bij lagere temperaturen, of zelfs onverwarmd gehouden worden in de winter (vorstvrij als vanzelfsprekend) maar om zeker te zijn is het verstandig bij te verwarmen. Net als bij gouldamadines is er nog een groot verschil in de gewenning in de gedomesticeerde populatie.
De volière dient dus voorzien te worden van een nachthok wat verwarmd word. Voeding en water kunt u het beste dus ook in dit nachthok aanbieden. Daarnaast is het handig als de vogels kunnen overwinteren in dit nachthok. Verwarming is mogelijk doormiddel van keramische, of infrarood verwarmingspanelen waarbij mijn ervaring is dat de laatste optie beter werkt. Dit zorgt voor een egalere verwarming, door dit aan het plafond te monteren kunnen de vogels zelf hun optimale temperatuur opzoeken (immers, dichter bij het plafond zitten zal meer warmte betekenen).
Voeding
De basis van het menu voor de maskeramadine bestaat uit een goede mengeling voor tropische vinken. Dit word aangevuld met 1/5 deel onkruidzaden/graszaden. Naast deze basismengeling mogen zij per week een stengel trosgierst per koppel krijgen als afleiding, en extra voeding. Ook groenvoer in de vorm van verse onkruiden, fruit, groente en bijvoorbeeld wat gras zullen ze graag eten. Let er alleen op dat het groen niet op een vervuilde plek (langs wegen etc.) staat en dat het eerst goed gewassen word. Mijn ervaring is dat de vogels bladgroenten en grassen beter opnemen als dit eerst word klein gesneden en in een voederbakje word aangeboden. Dit is echter een kwestie van zelf uitproberen. Ik heb ook verhalen gehoord van maskeramadines die het vertikken uit een bakje te eten, daar word het zaad en groenvoer gewoon op de zandbodem van het nachthok gegooid.
In de volière zult u vast vogels hebben die gebaat zijn bij extra dierlijke eiwitten, echter dient u bij de maskeramadine hier mee op te passen. Een teveel aan dierlijke eiwitten kan ervoor zorgen dat de parings en broeddrift bij de vogels dusdanig hoog word, dat zij hun eerste nest met eieren verlaten om een 2e nest te maken. Een klein deel eivoer is noodzakelijk voor de eiwitten, maar verstrek het met mate tijdens de voorbereiding op het broedseizoen.
Wanneer de jongen echter zijn uitgekomen kunt u wel in verhoogde mate eivoer en universeelvoer (eventueel aangevuld met levend voer in de vorm van pinkys, bueffalowormen en miereneitjes) verstrekken. De vogels zullen dit dan doorgeven aan hun jongen waardoor de kans op verhoogde paringsdrift minder word. Wanneer de maskeramadines genoeg eivoer en universeelvoer opnemen is levend voer niet eens noodzakelijk, zelf geef ik het meer als extra versnapering (waarbij de grasparkieten en kwartels er vaak als eerste bij zijn om het op te nemen)
Maskeramadines kweken
Het kweken van maskeramadines is niet direct voor de beginner weg gelegd. Door hun wat schuwe doch actieve karakter zijn ze gevoelig voor de nestcontroles die wij kwekers graag uitvoeren. Probeer dit dan ook tot een minimum te beperken om de vogels alle rust te gunnen die zij nodig hebben. Het kweken in de volière is goed mogelijk, echter worden de beste broedresultaten behaald wanneer de vogels in zogenaamde kweekkooien gehouden worden. Hier kunt u de kooi ook verlichten met speciale leds om zo een deel van het traliewerk af te schermen met wat kunstbeplanting. De vogels hebben dan echt hun eigen ruimte om rustig te broeden. Door de nestkasten en voederbakjes aan de buitenkant van de kooien te hangen hoeft u ook niet in de kooi te komen bij de dagelijkse verzorging.
Wanneer de vogels met meerdere koppels in de volière gekweekt worden is het allereerst belangrijk voldoende nestgelegenheden aan te brengen. De maskeramadine popjes leggen anders hun eieren bij elkaar in het nest. De beste resultaten worden echter in de kweekkooien behaald gezien de vogels daar meer rust krijgen, en geen verstoring van andere vogels op het nest hebben.
Het begin van de kweek begint uiteraard met het aanpassen van de voeding, langzaam word er steeds meer eivoer aangeboden om de pop gereed te maken voor de kweek. Dit begint meestal 1-2 maanden voor het broedseizoen, in de buiten volière dus eind februari/begin maart. In de rustperiode word er vaak 2 tot 3 keer per week eivoer aangeboden, dit word langzaam opgeschroefd naar dagelijks vers eivoer. De vogels zullen door het warmer worden en meer licht vanzelf in broedconditie komen.
Wanneer de maskeramadines in broedconditie komen zult u merken dat zij steeds levendiger worden, ze zullen actiever worden in de volière, en de man zal steeds meer zijn zang (of soms meer gekwetter) laten horen. Wanneer u de (halfopen) nestkastjes en nestmateriaal verstrekt zal al snel een nestje gebouwd worden, vrijstaande nestjes in struiken behoren ook tot de mogelijkheden. Als nestmateriaal gebruiken de maskeramadines graag uitgeplozen sisaltouw, kokosvezel en grashalmen. Daarnaast gebruiken zij dierenhaar en dons om het nestje te bekleden met een isolerende laag.
Wanneer het nestje klaar is zal het popje dagelijks een ei leggen, met 4 tot 6 eitjes is het nest compleet. Het broeden gebeurt afzonderlijk door het popje en mannetje, waarbij het popje meestal de nachtdienst op zich neemt. Na circa 13 tot 14 dagen zullen de jongen uitkomen. Ze worden door beide ouders gevoerd. Het is belangrijk in deze periode voldoende eiwitten in de vorm van eivoer en universeelvoer aan te bieden, een tekort hieraan kan tot gevolg hebben dat de jongen vroegtijdig overlijden.
Wanneer de jonge maskeramadines circa 14-15 dagen oud zijn zullen zij uitvliegen. Ze worden hierna nog circa 2 weken gevoerd door hun ouders alvorens zij zelfstandig zullen gaan eten. De jonge maskeramdines kunnen in de volière goed bij hun ouders gehouden worden gezien het vredelievende vogels zijn. Echter is het belangrijk ze in de kweekkooi bij de ouders weg te halen als zij zelfstandig zijn, gezien de ruimte word het anders snel een drukke boel.
Na ongeveer 3 maanden zijn de jongen volledig op kleur, en haast niet meer te onderscheiden van hun ouders. Kweken met de jonge maskeramadines is na 1 jaar mogelijk. Laat de ouders echter niet meer dan 3 nesten per jaar groot brengen, zo voorkomt u dat de maskeramadines te veel uitgeput raken waardoor ziektes voor kunnen komen.
De maskeramadines kunnen beter niet samen gehouden worden met spitsstaart amadines, ze kunnen hiermee bastaarden vormen.
Geef een reactie