De kleine cubavink (Tiaris canorus) een kleien vink, die zoals de naam al doet vermoeden hoofdzakelijk voorkomt in Cuba. Met een grootte van 9 tot 10 centimeter is dit geen grote vink, de “normale” cubavink. Het zijn actieve vogels die in de volière uitstekend met andere prachtvinken gehouden kunnen worden. Het is verstandig niet meer dan 1 koppel in de volière te houden gezien de mannetjes vooral in de broedperiode agressief naar elkaar kunnen zijn.
Geslachtsonderscheid bij de kleine cubavink.
Het geslachtsonderscheid bij de kleine cubavink is gelukkig zeer makkelijk te zien wanneer de vogels op kleur zijn. Het mannentje heeft een bijna volledig zwarte kop met een gele tekening vanaf achter het oog doorlopend tot een brede gele tekening op de borst. Daarnaast is de buik grijzig van kleur en de rug groen van kleur.
Het popje heeft een overwegend bruine kop met dezelfde doch “valere” gele tekening vanaf de kop doorlopend naar de borst. Ook is de grijze tekening op de borst breder tot aan de vleugels. Het groen op de rug is minder aanwezig. Naast de duidelijke tekening is de zang doorslaggevend. Bij vogels die nog niet op kleur zijn is de zang van het mannetje een duidelijke raadgever. Het popje zingt niet, het mannetje wel.
Het houden van kleine cubavinken.
Het houden van de kleine cubavinken in een (kamer) volière levert zoals gezegd geen problemen op wanneer de vogels samengehouden worden met andere soorten prachtvinken of (kleine) parkieten. Het is belangrijk dat er maximaal 1 koppel in de volière gehouden word gezien de mannen onderling agressief kunnen worden in de broedperiode. Dit is vaak het gevolg van een overmaat dierlijke eiwitten (zie voeding verderop in dit artikel). Van nature broeden deze vogels ook afgezonderd, zij verdedigen hun territorium daarom ook fel. In mijn persoonlijke ervaring waren de popjes zelfs nog feller dan de mannen richting nieuw geïntroduceerde cubavinken (volière van 11 vierkante meter!). Deze raad is daarom ook echt niet uit de lucht gegrepen, in mijn eigen ervaring jaagde de vogels elkaar continu achterna, terwijl de 2 mannen die tegelijk geïntroduceerd zijn in de volière het prima met elkaar lijken te vinden terwijl er maar 1 popje is. De kleine cubavink kan niet in een (kanarie)kooi gehouden worden gezien het bijzonder actieve vogels zijn. Ze hebben de ruimte nodig, en zullen ook paarsgewijs gehouden moeten worden.
De vogels kunnen ook goed in broedkooien gehouden worden, daarover meer in het stuk over het kweken met de kleine cubavink.
Voeding voor de kleine cubavink
Als basis verstrekt u een goede mengeling voor tropische vogels. Dit word aangevuld met een dagelijkse verse hoeveelheid eivoer/universeelvoer. Dit voorziet in de behoefte naar dierlijke eiwitten. Kiemzaad, en af en toe levend voer (zeker in de kweek periode!!) word erg gewaardeerd door de kleine cubavinken.
Naast dit hoofdvoeder mag uiteraard grit en maagkiezel nooit ontbreken voor de vertering en mineralenhuishouding. Een sepiaschild om de snavel te slijpen en wat groenvoer of fruit voor de vitaminen om het menu compleet te maken. Vers drink en badwater mag uiteraard nooit ontbreken, dit dient dagelijks ververst te worden. Het is daarnaast verstandig dit in de warme zomermaanden 2x per dag te verversen.
Kweken met de kleine cubavink
Het kweken met de kleine cubavink is niet altijd voor de beginner weg gelegd. Een koppeltje kleine cubavinken gaat wanneer deze goed verzorgd worden snel over tot het bouwen van een nestje. Dit kan in een tralienestkastje, een halfopen nestkastje of gewoon in de beplanting van de volière. Wanneer het kogelvormige nestje gebouwd is met nestmaterialen als kokosvezel, uitgeplozen sisaltouw, sharpie of grashalmen zal het popje hier 2 tot 3 wit-groene eitjes leggen. Deze worden in 12 tot 13 dagen door zowel het popje als het mannetje uitgebroed. Na uitkomst zullen de jongen ongeveer 2 tot 3 weken in het nest blijven alvorens zij uitvliegen. Ze worden gevoerd door beide geslachten.
Wanneer de jongen uitgevlogen zijn en na ~2 weken zelfstandig zijn is het verstandig ze uit te vangen en apart te houden. De jongen van beide geslachten hebben het verenkleed van een popje. Later als zij hun volwassen verenkleed krijgen zullen de mannetjes op hun kenmerkende kleur komen. De kleine cubavink kan het beste maximaal 2 legsels per jaar groot brengen, zo zijn de vogels op tijd weer in conditie voor het volgende broedseizoen.