Diamantvink

De diamantvink (Emblema guttata ook bekend als Stagonopleura guttata ook bekend als diamantastrild is een australische prachtvink met een grootte van circa 12cm. Het zijn levendige vogels die wanneer in de (gezelschap) volière gehouden in alle lagen van de volière gezien worden. Ze kunnen goed in een gezelschaps volière gehouden worden, maar het is belangrijk maar 1 koppel in de volière te houden gezien ze in de broedtijd onderling agressief kunnen zijn.

Diamantvinken komen van nature alleen voor in Australië, te weten: Zuidelijk Queensland (Australië), oostelijk New South Wales  tot Victoria en oostelijk Zuid-Australië. Ze leven hier in de bosrijke gebieden. Daarnaast worden ze ook gezien in de (stads)parken en tuinen.

Geslachtsonderscheid bij de diamantvink

Het geslachtsonderscheid bij de diamantvink of diamantastrild zoals deze vogel ook bekend is, is voor de beginnende liefhebber vrij lastig. Net als de andere Australische prachtvinken zingt alleen het mannetje om het vrouwtje het hof te maken. Er word vernomen dat de diamantvink pop in de broedtijd een donkerdere rode snavel heeft, maar in het wild worden zowel oranje als rood gekleurde snavels gespot. De zang van de man blijft doorslaggevend.

Het houden van diamantvinken

Diamantvinken kunnen in de (gezelschap)volière tijdens de paartijd vaak agressief naar elkaar zijn. Daarom is het verstandig niet meer dan 1 koppel in de volière te houden. Daarnaast kunnen zij andere Australische prachtvinken lastig vallen. Het is verstandig deze vogels niet te houden samen met andere Australische prachtvinken. Afrikaanse prachtvinken kunnen of parkieten kunnen wel goed gehouden worden samen met de diamantastrild. Het is belangrijk dat de diamantvinken altijd de beschikking hebben over een vorst, droog en tochtvrij nachthok. Ze zijn goed aangepast aan het Nederlandse klimaat, maar een beschutte vorstvrije plek waar zij tegen de elementen kunnen schuilen is noodzakelijk. Hier kunt u ook het voer (en eventueel drinkwater) verstrekken. Zo zullen zij het nachthok altijd weten te vinden als het bijvoorbeeld gaat regenen of hard waaien.

In de volière is het verstandig wat beplanting te poten zodat er een natuurlijke voedselbron ontstaat voor groen, en eventuele insecten. Ze kunnen hier ook een vrijstaand nest inbouwen wat vaak in succesvolle kweek resulteert.

De diamantvink kan ook goed gehouden worden in een kamer volière. Zorg er hier ook voor dat er maximaal één koppel aanwezig is. Ook is het belangrijk de zitstokken minimaal zo ver uit elkaar te positioneren dat de vogels moeten vliegen om bij de andere zitstok te komen. Diamantastrildes vervetten vrij snel door te vet voer, door ervoor te zorgen dat zij moeten vliegen zorgt u dat ze in beweging blijven en zo niet te snel vervetten.

Diamantvinken nemen daarnaast net als de kanarie zeer graag een bad. Het is daarom belangrijk dat zij de mogelijkheid hebben om te baden. Ook zijn het zogenaamde nestslapers. Ze brengen de nacht niet door op stok, maar samen in een nestje. Om deze reden is het belangrijk in de (kamer)volière enkele halfopen nestkastjes en wat nestmateriaal te verstrekken. Ze zullen een nestje bouwen waar zij de nacht in zullen doorbrengen, en eventueel over zullen gaan tot kweek.

Voeding voor de diamantvink

Diamantvinken eten net als andere Australische prachtvinken in de basis een goede mengeling voor tropische vogels of volièrevogels. Dit word aangevuld met een kleine hoeveelheid groenvoer. Daarnaast dient u een kleine hoeveelheid eivoer te verstrekken om te voorzien in de behoefte naar eiwitten. Als er gekweekt gaat worden is het belangrijk dat er ook levend voer aanwezig is. Dit is nodig om te voorzien in de behoefte naar dierlijke eiwitten. U kunt dit verstrekken in de vorm van meelwormen, pinkies, buffalowormen of miereneitjes. Deze worden ook aan de jongen gevoerd, voor een succesvolle kweek is dit noodzakelijk goed.

Zoals alle zaadetende vogels mag uiteraard maagkiezel nooit ontbreken om de spijsvertering in de spiermaag te ondersteunen. Ook een sepiaschild om de snavel te slijpen en vogelgrit om te voorzien in de mineralenhuishouding mogen niet ontbreken. Als laatste dient er altijd vers (bad)water beschikbaar te zijn. Dit dient dagelijks ververst te worden, in de warme zomermaanden is het verstandig dit meerdere malen per dag te verversen om infecties te voorkomen.

Kweken met de diamantvink

Het succes bij het kweken met diamantvinken is net als andere Australische prachtvinken sterk afhankelijk van de acceptatie van man en pop. Indien beide geslachten elkaar gelijk accepteren zal een voorspoedige kweek gewaarborgd zijn. Zoals reeds eerder vermeld is het belangrijk niet meer dan 1 koppel in de volière te houden, en ze niet bij andere Australische prachtvinken te houden gezien ze agressief kunnen zijn in de broedperiode. Om deze reden worden diamantvinken vaak gekweekt in zogenaamde kweekkooien. Hier worden ze per koppel in gehouden zodat ze alle rust hebben en hun jongen goed kunnen opvoeden.

Om er snel achter te komen welke vogels elkaar accepteren kunt u de vogels buiten het broedseizoen als groep in de volière houden. De vogels zullen dan snel elkaar aftasten en hun definitieve keuze duidelijk maken door de balts en het samen in één nestkastje slapen. U kunt ze snachts uit het nestkastje vangen en zo per koppel overbrengen in de kweekkooien. Zo weet u welke vogels elkaar accepteren en een koppel gevormd hebben.

Het kweken in de broedkooien geniet de voorkeur, maar wanneer de vogels in de volière gehouden worden is het ook mogelijk dat zij hun nestje in een plant bouwen. Dit ziet er vaak zeer ingenieus uit met een tunnel als ingang naar het nestje. U doet er goed aan dit nestje zo min mogelijk te verstoren, een natuurlijk nest is toch het mooiste wat er is om te zien?

Wanneer de vogels elkaar geaccepteerd hebben en de broedstemming is aanwezig zullen zij na het bouwen van hun nestje in een halfopen nestkastje met bijvoorbeeld kokosvezel, grashalmen en uitgeplozen sisaltouw hun eitjes leggen. Het popje legt over het algemeen 4 tot 6 eitjes. Er zijn uitschieters naar 7 tot soms zelfs 8 eitjes. Deze worden door beide ouders afzonderlijk uitgebroed. Vaak zijn beide ouders ’s nachts samen op het nest te vinden. Ze slapen in het nest en zorgen samen voor de eitjes.

Na circa 12 tot 14 dagen komen de jongen uit het ei gekropen, het is dan belangrijk voldoende levend voer te verstrekken om een goede opvoeding van de jongen te garanderen. De jongen hebben vooral naar wat kleiner dierlijk voedsel zoals miereneitjes, spinnetjes, kleine insecten en bijvoorbeeld fruitvliegjes. Als de jongen 3 tot 4 weken oud zijn verlaten zij het nest. Ze worden dan nog enkele weken door het mannetje gevoerd, maar zullen daarna zelfstandig gaan eten. Op een leeftijd van ongeveer 6 weken zijn de jonge diamantvinken volledig zelfstandig en kunnen zij weg gehaald worden bij de ouders. Zeker wanneer de vogels in kweekkooien gehouden worden is het belangrijk ze over te brengen in een vluchtkooi om op kleur te komen. De ouders kunnen dan rustig aan hun 2e legsel beginnen.

Het is verstandig de diamantvinken niet meer dan 2 legsels per jaar groot te laten brengen. De vogels raken dan niet uitgeput en zijn ruim op tijd weer in conditie voor het volgende broedseizoen.

Diamantvinken mutaties

 

Bij de diamantvinken zijn door zijn populariteit als kweekvogel al enkele mutaties bekend, onder andere zijn er bruine diamantvinken waarbij de bij de wildkleur zwarte delen grijsbruin van kleur zijn. Daarnaast is er de bruinvleugel diamantvink. Deze heeft een warmere bruine tint in de vleugels.

Ook is er de geeloranjesnavel diamantvink. Deze heeft een zoals de naam al doet vermoeden een geeloranje gekleurde snavel  en geeloranje gekleurde stuit. Als laatste is er ook een pastel mutatie. bekend.