De cirlgors (Emberiza cirlus) is een zangvogel binnen de familie gorzen, in Nederland en België inmiddels een zeldzame vogel, in Zuid-Europa nog wel een algemene verschijning waardoor hij de status “least concern” op de IUCN rode lijst gekregen heeft.
Cirlgors leefomgeving en voedsel
In Nederland en België is de vogel helaas bijzonder zeldzaam geworden, hier zijn de populaties zover verdwenen dat de vogel geen broedparen meer heeft, een enkele keer word er een Duitse cirlgors gezien. Alleen in Zuid-Duitsland worden nog broedparen gezien. De schatting voor het aantal Duitse broedparen is 250-300.
In Zuidwest Duitsland bestaat het leefgebied hoofdzakelijk uit hotwallen, fruitboomgaarden, grote tuinen, wijngaarden en aleeën. In Zuid Engeland is dit hoofdzakelijk graanakkers met houtwallen. De cirlgors broed in dicht struikgewas, met een voorkeur voor meidoorn, braam en gaspeldoorn vanwege de goede bescherming tegen roofvogels.
Het menu van de cirlgors bestaat uit onkruiden en granen. Door het gebruik van pesticiden in de moderne landbouw zijn veel van deze onkruiden verdwenen, echter is het een essentieel onderdeel van het menu van de cirlgors. Hierdoor zijn de populaties in Noord Europa sterk afgenomen. Op biologische akkers word de vogel nog wel aangetroffen, er zijn hier immers nog onkruiden tussen het geteelde gewas te vinden waar de cirlgors zich mee kan voeden.
In de winterperiode is het belangrijk dat er niet geoogste gewassen en stoppelakkers zijn, hier kan de cirlgors resten graan en tarwe vinden om de winter door te komen. Als laatste eet de cirlgors ook kleine insecten, de jongen krijgen ook insecten gevoerd totdat ze zelfstandig gaan eten.
Uiterlijk en geslachtsonderscheid
Het vrouwtje is over het algemeen egaler van kleur, de kleuren zijn grauwer, de tekeningen zijn minder goed zichtbaar. Het kastanjebruine rugpatroon is ook minder opvallend bij het vrouwtje. Het vrouwtje van de cirlgors lijkt echter sterk op de vrouwlijke geelgors. De cirlgors heeft echter een olijfkleur stuit waar deze bij de geelgors pop kastanjebruin van kleur is.
De voortplanting
De vogels beginnen rond maart met de paarvorming. De teritoria worden al vanaf begin januari actief verdedigt door de man. Als de paarvorming voltooid is zal begin april de eerste nestbouw beginnen. Begin mei worden de eerste eitjes gelegd. De cirlgors legt over het algemeen 3 tot 4 eitjes welke in 11 tot 14 dagen worden uitgebroed. De eitjes zijn wit met een groenachtige kleur, en donker gekleurde vlekjes en strepen ter camouflage. Wanneer de eitjes zijn uitgekomen zullen de jongen circa 10 tot 14 dagen in het nest gevoerd worden door de ouders, als voedsel krijgen zij kleine insecten zoals sprinkhanen en krekels. Na deze 10 tot 14 dagen zullen de jongen uitvliegen. Eenmaal uitgevlogen zullen ze circa 20 dagen nog gevoerd worden voordat ze zelfstandig zullen gaan eten. Wanneer de jongen zelfstandig zijn zullen ze ook spoedig hun eigen weg gaan. De nesten van de cirlgors worden bijzonder laag gebouwd, op een hoogte van 0.5 tot 2 meter in het struikgewas.
De cirlgors kan in een gunstig jaar 2 tot 3 nesten groot brengen, echter zijn het 2e en 3e nest vaak maar 2 tot 3 eitjes groot.