Het baardmannetje (Panurus biarmicus) is een vogel uit het geslacht Panurus, het zijn de echte moeras specialisten onder de vogels. Ze komen alleen maar voor in moerassige, en riet rijke omgeving langs open water. Met een grootte van 14 tot 15.5cm zijn dit vinken van een normaal formaat.
Baardmannetjes in het wild
Baardmannetjes komen in het wild in een groot gebied voor, dit begint in Mantsjoerije (noord oost China) via centraal Azië naar Oost Europa. De baardmannetjes worden in West Europa ook gezien, en zij broeden hier ook. Onder andere in Engeland, Nederland, België, Frankrijk en Noord-Duitsland zijn broedpaartjes met succesvolle nesten waar genomen. Ze leven in de rietvelden en moerasachtige omgevingen langs open water. In de broedperiode (maart tot september) leven zij in paartjes, maar als de winter zijn intrede doet gaan de broedpaartjes samen met andere paartjes om grote zwermen te vormen.
In ons koude kikkerlandje worden de baardmannetjes veel gezien in het nationaal park De Biesbosch. Daarnaast komen ze veel voor in de Oostvaardersplassen in Flevoland. De populatie is redelijk stabiel doordat de vogels tot 20 jongen per jaar kunnen grootbrengen, echter kan een strenge winter de populatie erg terugdringen.
Baardmannetjes in gevangenschap houden
Allereerst is het belangrijk te weten dat baardmannetjes als beschermde diersoort beschouwd worden. Hierdoor is het houden in gevangenschap aan wet en regelgeving gebonden. Indien u baardmannetjes in gevangenschap wilt gaan houden dient u aan deze wet en regelgeving te voldoen. In de wetgeving worden speciale gesloten voetringen voorgeschreven die bij jongen aangebracht dienen te worden om aan te tonen dat zij in gevangenschap geboren zijn. De aanvraag voor deze ringen kunt u doen bij de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Met dit aanvraagformulier krijgt u ringen die voldoen aan de wetgeving van het ministerie van LNV. Het houden van beschermde vogels zonder gesloten voetring is bij wet verboden!!
Geslachtonderscheid
Bij de baardmannetjes is het geslachtonderscheid zeer makkelijk. De mannetjes hebben de bekende zwarte strepen “de baard”. Deze ontbreken bij het popje. (zie ook de foto’s)
Huisvesting
De baardmannetjes komen goed tot hun recht in een dicht beplante volière. Door in de volière ook wat riet aan te planten, om zo een moerasachtige omgeving te creëren. De baardmannetjes zijn zeer levendige en actieve vogels, ze zitten niet stil en zijn soms als ware acrobaten actief in het riet. Het zijn zeer vredige vogels die goed samen met andere Europese cultuur vogels gehouden kunnen worden. Als de volière zeer dicht beplant is met verschillende soorten beplanting hebben de baardmannetjes eigenlijk niet eens een nachthok nodig. Maar het is aan te raden wel een nachthok aan te brengen. Dit nachthok dient uiteraard vorst en tocht vrij te zijn. Hier kunnen de baardmannetjes eventueel schuilen tegen regen en koude. Een beschutte plaats in de beplanting voldoet ook als schuilplaats, dit kan ook als nestgelegenheid gebruikt worden.
Voeding
De baardmannetjes krijgen buiten de broedperiode een zadenmengeling voor Europese cultuurvogels dat bekend staat als “wildzang”. Dit wildzangzaad wordt aangevuld met universeelvoer en dierlijk voedsel in de vorm van diverse soorten insecten. Het gehele jaar dient er ongeveer een kwart dierlijke voedsel aanwezig te zijn. Dit kan onder andere in de vorm van (diepvries) pinkys en buffalowormen. Tijdens de broedperiode is het belangrijk levende insecten te voeren. De buffalowormen en pinkys worden als gewoonte door de baardmannetjes eerst gewassen in vers badwater, dat dus altijd beschikbaar dient te zijn. Daarna wordt het gevoerd aan de jongen.
Baardmannetjes mogen geen meelwormen krijgen, de broeddrift kan dan zo hard toenemen dat het mannetje achter het popje aan gaat jagen en er zo van het broeden weinig terecht komt. De pop zal haar nest met eitjes of jongen verlaten en een nieuw nest beginnen.
In het wild eten de baardmannetjes in de zomermaanden insecten, en in de wintermaanden schakelen zij over op rietzaden. Dit zorgt ook voor een miraculeuze transformatie van het spijsverteringskanaal wat zich instelt op harde zaden. De wand van de spiermaag word sterker, en de vogel zal meer scherpe steentjes/maagkiezel opnemen.
Baardmannetjes kweken
Het kweken van baardmannetjes is goed mogelijk in een dicht beplantte volière waar ook veel riet aangeplant is. Om de vogels te helpen kunt u in dit riet nestkorfjes en halfopen nestkastjes bevestigen. De vogels maken hier dan hun nestje van grashalmen, blad en kleine twijgjes. Een vrij nest in dit riet komt ook voor.
De baardmannetjes bouwen samen aan het nest, wat dicht bij de grond gebouwd word, wanneer dit voltooid is zal het popje 5 tot 7 witte gespikkelde eitjes leggen. Deze worden in 12 tot 13 dagen uitgebroed. Typisch gedrag bij de baardmannetjes is dat zij de eischalen niet opeten, maar allemaal naar een specifieke plek in de volière brengen. Hierdoor is het voor de kweker meteen duidelijk dat er jongen zijn als er een hoopje eischalen gevonden wordt.
Als de jongen geboren zijn worden zij de eerste 3 dagen alleen door het popje verzorgt. Het mannetje is dan druk om voedsel te zoeken welke hij naar het nest brengt. Het popje zal de voeding van de jongen dan op zich nemen. Na 3 dagen zal ook het popje actief gaan zoeken naar voedsel en zullen de vogels afwisselend de jongen warm houden als de partner opzoek is naar voedsel. De jonge baardmannetjes staan bekend om hun snelle groei, daarom dienen zij in tegenstelling tot veel andere soorten al op de 5e levensdag geringd te worden. Na 12 tot 13 dagen vliegen de jongen al uit. Het is belangrijk dat er zoals bij het hoofdstuk voeding ook al aangehaald is, er genoeg levend voer beschikbaar is in de vorm van buffalowormen en pinkys. Deze worden door de ouders direct aan de jonge baardmannetjes gevoerd.
Als de jongen eenmaal “uitgevlogen” zijn zullen ze de eerste paar dagen nog dicht in de buurt van het nest blijven. Ze nemen de omgeving eerst goed in zich op alvorens zij het langzaam gaan ontdekken.
De baardmannetjes brengen over het algemeen 2 legsels per jaar groot, soms komt het echter voor dat zij een 3e legsel groot brengen. Het aantal jongen in een jaar van 1 koppel baardmannetjes kan dus oplopen tot 15-20!
Geef een reactie