De agapornis personatus, een zeer bekende soort binnen de agaporniden door het kenmerkende zwarte masker wat hij deelt met de agapornis agapornis nigrigenis. Al in 1887 werd de agapornis personatus ontdekt in Tanzania. Vaak word deze soort door beginnende liefhebbers verwart met de agapornis nigrigenis door het kenmerkende zwarte masker, de verschillen zijn echter goed zichtbaar wanneer men beter kijkt.
De agapornis personatus heeft een volledige gele “keel”, bij de nigrigenis heeft deze een kleine oranje vlek die direct in olijfgroen overgaat op de borst. Bij de personatus is dit vanaf de keel tot achter het masker een gele band (zie foto’s)
De agapornis personatus in het wild
In het wild komen de agaporniden voor in het noor-oosten van Tanzania, hun leefgebied is op een kilometer of 50-60 onder het leefgebied van de agapornis fischeri. Het leefgebied bestaat grotendeels uit droge savannes graslanden en hier en daar wat hoog gewas in de vorm van bomen en struiken. Het menu bestaat hoofdzakelijk uit (gras)zaden en bessen. De agaporniden brengen in tegenstelling tot vele parkieten veel tijd op de grond door om te zoeken naar deze zaden en bessen. In de volière is dit gedrag ook veel terug te zien.
Beschrijving van de soort en geslachtsonderscheid
De man en pop zijn qua uiterlijk volledig gelijk. Geslachtsonderscheid is alleen mogelijk via endoscopisch of DNA onderzoek. De kop van de agapornis personatus wordt gekenmerkt door het zwarte masker, dit loopt via een olijfbruine bevedering over naar de kenmerkende gele band die van de borst naar de schouders loopt. Vanaf de schouders gaat de bevedering over in een groene kleur “olijfgroen”. De poten zijn bij deze agaporniden soort grijs. De snavel is rood, en de ogen hebben een kenmerkende witte ring om de pupil.
Veel mensen beweren dat de mannelijke agapornis personatus een grotere witte oogring heeft, dit is echter puur erfelijkheid en niet betrouwbaar. Over het algemeen is het mannetje wel iets “forser” gebouwd.
De jongen van de agapornis personatus zijn voordat ze volwassen zijn vrij bleek van kleur. De kop heeft nog niet het diepzwarte masker, maar meer de bruine overgangskleur tussen het masker en de gele borst-nekband van de volwassen vogel. Ook worden de jongen gekenmerkt door een zwarte vlek bovenop de bleke snavel.
De agapornis personatus in gevangenschap
De agapornis personatus kan zeer goed in gevangenschap gehouden worden, het is door zijn vredelievende karakter een zeer populaire agapornide. Ze kunnen goed met meerdere in de volière gehouden worden waar zij als een echte kolonie leven.
Huisvesting
Als huisvesting dient eigenlijk op zijn minst een mooie volière waar de vogels de ruimte hebben. Houd de vogels altijd minimaal per koppel gezien het echte koloniebroeders zijn. In het wild leven zij vaak in groepen van soms wel 50-100 vogels. De volière dient te zijn voorzien van een nachthok wat droog, tocht en vorstvrij is. Hier kunt u het voedsel aanbieden zodat dit ook altijd schoon en droog blijft.
U kunt er voor kiezen om de vogels per koppel in een vluchtje te houden, maar meerdere koppels in één volière gaat ook goed. De agapornis personatus kan goed samen gehouden worden met andere vredelievende agaporniden soorten. Samen houden met parkieten is mogelijk indien de ruimte dit toelaat. Samen houden met prachtvinken is zeer sterk af te raden gezien het mogelijk fel verdedigen van de nest omgeving.
Voeding
Als voeding krijgt de agapornis personatus een goede zadenmengeling voor agaporniden. Dit wordt aangevuld met dagelijks een stukje vers fruit (appel, peer, sinaasappel, mandarijn etc.) of wat groente. Dit om te voorzien in voldoende vitaminen die zij in het wild binnen krijgen. In de broedperiode is het belangrijk te voorzien in voldoende eivoer. Dit bevat veel eiwitten die nodig zijn bij het maken van de eieren, en later bij het opvoeden van de jongen. De agaporniden voeren hun jongen doormiddel van “kropmelk”. Dit is voorverteerd voedsel wat de vogels aan hun jongen voeren. Het hoge eiwitgehalte zorgt ervoor dat de jongen geen tekorten krijgen wat mogelijke sterfte in het nest, of andere fysieke aandoeningen teweeg brengt.
Kiemzaad, en trosgierst mogen ook meerdere malen per week aangeboden worden als snack. Uiteraard mag scherpe maagkiezel en vogelgrit nooit ontbreken. Een sepiaschild om de snavel te slijpen en extra mineralen op te nemen is aanbevolen. Zoals bij alle vogels mag vers drink en badwater nooit ontbreken. Ververs dit badwater dagelijks, in de warme zomermaanden is het verstandig dit meerdere malen per dag te verversen i.v.m. algengroei. Zo voorkomt u ziektes bij de vogels.
Kweken met de agapornis personatus
De agapornis personatus is een makkelijke vogel om te kweken voor de beginner. In het wild nestelen ze in de maanden maart en april, vooral in boomholtes of in gebouwen. Als nest bouwen zij een bol waar een “sluip”ingang aanwezig is. In gevangenschap kunt u de agaporniden een zogenaamde “agaporniden nestkast” aanbieden, in tegenstelling tot parkieten nestkasten zijn agaporniden nestkasten “dwars” De vogels maken hier zelf na de nestopening vaak een sluip ingang naar rechts. Er zijn ook modellen verkrijgbaar met een tussenschot met gat achterin om het de vogels makkelijker te maken.
Als nestmateriaal kunt u grashalmen, gebleekte kokosvezel, uitgeplozen sisaltouw, dierenhaar, sharpie, kleine takjes en stukjes boomschors aanbieden. De pop maakt hier zelf een mooi nest van in de aangeboden nestkasten. De pop zal het aangeboden nestmateriaal vaak kapotknagen om zo makkelijk transport mogelijk te maken, u hoeft dunne takken daarom niet zelf fijn te maken, ook geeft dit wat afleiding voor andere vogels!
Als het komvormige nest af is zal zij om de dag een ei leggen. Wanneer er 4 tot 6 (soms 8!) eitjes gelegd zijn zal het nest compleet zijn. De pop zal de eitjes in 21 tot 23 dagen uitbroeden. Als de jongen uitkomen is het belangrijk dat er voldoende eivoer aanwezig is gezien de voedingsstoffen balans van de ouders wat veeleisender word wanneer de jongen gevoerd dienen te worden.
Als de jongen uitkomen hebben zij oranjerood dons. Dit verandert langzaam naar lichtgrijs dons wanneer zij ouder worden. Op de 8e levensdag kunnen zij gering worden met ringmaat 4 tot 4.5mm afhankelijk van de grootte van de ouders. Na 6 weken in het nest verbleven te hebben zullen de jongen uitvliegen. Ze worden dan nog enkele weken door de ouders (bij) gevoerd alvorens zij zelfstandig zullen gaan eten. Op dat moment kunnen ze ook bij de ouders verwijdert worden, al dient wel vermeld te worden dat de agapornis personatus wat stressgevoelig is. In de volière kunnen de jongen wel bij de ouders blijven, maar als u serieus met de vogels wilt gaan kweken in ruime broedkooien dan is het verstandig de jongen bij de ouders weg te halen. Zo geeft u de ouders rust voor een eventueel 2e legsel. Laat de jonge vogels in een ruime vluchtkooi, of kleine (binnen) volière rustig op kleur komen. Verplaats de jongen vogels alleen wanneer dit echt noodzakelijk is. Er zijn genoeg horror verhalen bekend over zelfstandige vogels die enkele dagen na hun verplaatsing overlijden aan de stress.
Het is belangrijk geen vogels die jonger dan 1 jaar zijn in te zetten voor de kweek. Zo voorkomt u teleurstellingen.
Mutaties
Van de agapornis personatus zijn inmiddels al enkele mutaties bekend, waarbij de blauwe en violet mutatie het meest algemeen is.
Geef een reactie