De agapornis nigrigenis is een vrij “jonge” agapornide soort, pas in 1904 is deze soort ontdekt. Ze worden gezien als de meest bedreigde Afrikaanse papegaaien soort. Het leefgebied is een zeer klein gebied in zuid Zimbabwe. De agapornis nigrigenis is pas rond 1900 in de literatuur verschenen, en zeer spoedig daarna ingevoerd in Europa.
De agapornis nigrigenis in het wild
In het wild komt de agapornis nigrigenis zoals reeds gemeld alleen in Zimbabwe voor. Hun leefgebied is tussen de Kafue rivier in het noorden en de Zambezi rivier in het zuiden van zuidelijk Zimbabwe. In Botswana en noordelijk Zimbabwe zijn de vogels ook gezien.
Het leefgebied bestaat uit Mopane bossen, Acacia bossen en agrarische gebieden. In deze gebieden is permanent oppervlaktewater aanwezig gezien de agaporniden dit nodig hebben. In het droogteseizoen worden er soms zwermen van meer de 800 vogels gezien die migreren naar water rijke plekken.
In zuid Zimbabwe is de agapornis nigrigenis een zeer algemene verschijning. De bedreiging is gekomen doordat zij geen ander leefgebied hebben. Alleen in dit specifieke gebied leven de vogels in het wild. De kleine populatie neemt nog elk jaar verder af door het afnemen van oppervlaktewater.
De agapornis nigrigenis is een echte koloniebroeder. In hun natuurlijke leefomgeving broeden zij in de bossen langs de rivieren dicht bij het altijd beschikbare water.
Beschrijving van de soort
De agapornis nigrigenis is iets kleiner dan de agapornis fischeri en andere gemaskerde agaporniden soorten. Een volwassen agapornis nigrigenis is ongeveer 13 tot 14 centimeter van kop tot staart. Hun gewicht is circa 40 tot 45 gram.
De hoofdkleur bij de agapornis nigrigenis is groen, op de kop is duidelijk de rode snavel te zien. Het gezicht is bedekt met een zwart mask wat overgaat in een licht bruine tekening, waarna het overgaat in het groen van de keel, nek en rug. Onder de keel is een licht bruine vlek welke overloopt in geel-groene buik. De poten zijn grijs gekleurd. De volwassen agapornis nigrigenis heeft een fel rode bek. De jongen zijn tot de eerste rui vrij dof gekleurd.
Geslachtsonderscheid
Volwassen man en pop zijn qua uiterlijk volledig gelijk. Geslachtsonderscheid is daarom alleen via DNA of endoscopisch onderzoek mogelijk
De agapornis nigrigenis in gevangenschap
Voeding
De agapornis nigrigenis eet in het wild hoofdzakelijk op grondniveau. Hier zoeken ze naar graszaden en kruidenzaden. Ook insectenlarven, milet en mais worden gegeten.
In gevangenschap wordt als basis een goede mengeling voor agaporniden gegeven. Dit wordt aangevuld met groenten en fruit (appels, bessen etc.) Extra viteminen en mineralen toevoegen aan het menu is aangeraden gezien de agaporniden kieskeurig kunnen zijn. Een mineralenblok/piksteen aanbieden is een goede bron van essentiële mineralen, en bied de agapornis wat afleiding. In het broedseizen is het belangrijk te voorzien in voldoende eiwitten. Dit kan doormiddel van levend voer zoals pinkys, buffalowormpjes en kleine insecten. Daarnaast kunt u ook eivoer en universeelvoer verstrekken. De vogels nemen dit naar behoefte op.
Vers drink en badwater mag zoals bij alle vogels nooit ontbreken.
Huisvesting
De agapornis nigrigenis kan goed gehouden worden als koppel in een (kamer)volière of vluchtjes. Het zijn sociale dieren die in het wild in kolonies voorkomen. Daarom is het belangrijk altijd minimaal 2 vogels te houden. Ze kunnen goed samen met andere vreedzame agaporniden of (kleine) parkieten. Echter samen houden met prachtvinken is af te raden gezien het grootte verschil. Zelf houd ik succesvol valkparkieten met zeer kleine prachtvinken (timor zebravinken/bichenowastrildes) Maar agaporniden heb ik hier nooit bij gehad.
In de volière is het belangrijk dat de vogels een plek hebben waar zij zich kunnen terugtrekken bij slecht weer. Bij voorkeur in een ruim nachthok, hier kunt u ook het voer neerzetten en eventueel drinkwater. Zorg ervoor dat het water niet direct naast het voer staat om vervuiling van voer en water te voorkomen.
Het kweken met de agapornis nigrigenis
Het kweken met de agapornis nigrigenis is in tegenstelling tot meer algemenere agaporniden is deze soort vrij moelijk te kweken. Door grote mate van inteelt (door het lage aantal gedomesticeerde vogels) is er een vermindering van vruchtbaarheid. Ook de levensvatbaarheid van jongen is hierdoor afgenomen, de kans op ziekte is toegenomen. Dit alles bij elkaar zorgt ervoor dat de agapornis nigrigenis moelijk kan zijn voor de beginnende vogel liefhebber.
De agapornis nigrigenis is volwassen op een leeftijd van circa 10 tot 12 maanden. Ze kunnen daarna ook ingezet worden voor de kweek. Tot een leeftijd van 5 of 6 jaar zijn de vogels nog goed vruchtbaar, hierna neemt de vruchtbaarheid sterk af.
Als u besluit om met de agapornis nigrigenis te gaan kweken doet u er goed aan vogels te kopen bij een kweker die succesvol is. Hierdoor heeft u vogels uit een stam die zo min mogelijk inteelt kent.
De agapornis nigrigenis broed zoals gemeld in het wild in kolonies, echter worden de beste broedresultaten in gevangenschap geboekt wanneer de vogels per paartje gehouden worden. Bijvoorbeeld in een kleine volière (2x1x2m lxbxh) of in afgescheiden vluchtjes. In deze vluchtjes of volières worden op verschillende plekken nestkasten opgehangen. Het is belangrijk te weten dat het mannetje tijdens de broedperiode agressief kan worden, zelfs naar uzelf.
De agapornis nigrigenis kan zeer productief zijn, wanneer u een goed broedkoppel heeft kunnen er zo 3 nesten in een jaar door groot gebracht worden. Het is belangrijk de vogels voldoende rust te geven. Indien zij al vroeg in het voorjaar beginnen is het belangrijk ze na het zelfstandig worden van de jongen enkele weken rust te gunnen. Zo voorkomt u dat de ouders uitgeput raken, er windeieren of legnood optreden.
In maart – april start het broedseizoen bij de agapornis nigrigenis. Afhankelijk van het weer en de voeding kan dit ook iets vroeger of pas een maand later zijn. Dit loopt door tot eind augustus-begin september waarbij de laatste jongen begin september zelfstandig beginnen te worden.
Voordat het broedseizoen begint is het belangrijk alle nestkasten zeer grondig te reinigen i.v.m. bloedluis en andere narigheid. Als de nestkasten gereinigd zijn kunt u deze op verschillende plekken in de volière ophangen. Als nestmateriaal kunt u wat hooi, (gebleekte) kokosvezel, dierenhaar en sharpie in de nestkast aanbrengen. De agaporniden bouwen zelf een nestje, maar enig materiaal in de nestkast zal de pop alvast een helpende hand bieden. In de volière kunt u ook wat van dit nestmateriaal beschikbaar stellen, daarnaast gebruiken de agaporniden eigenlijk alles wat zij kunnen vinden. Van hun eigen donsveertjes tot aan bladeren en kleine takjes. Zoals bij alle “oogring” agaporiden wordt het nestmateriaal in de snavel vervoerd naar het nest.
De pop zal zelf grotendeels het nest bouwen, maar bij enkele broedkoppels helpt de man ook mee door nestmateriaal bij het nest te brengen, of zelf te helpen met de bouw van het nest. Als het nest klaar is zal de paring plaatsvinden, en binnen enkele dagen de eerste eitjes gelegd worden. Net voordat de eerste eitjes gelegd worden is duidelijk een wat dunnere/waterige ontlasting zichtbaar. Dit is geen teken van ziekte, maar wordt veroorzaakt door de grotere opname van calcium om de eischalen te maken.
De agapornis nigrigenis pop legt om de dag een ei, wanneer er 3 tot 6 eitjes gelegd zijn is het nest compleet. Ze zal zelf het nest uitbroeden, en na 21 tot 23 dagen zullen de jongen uitkomen. Het popje verlaat het nest alleen om snel te eten en de vleugels te strekken. Het mannetje verzorgt ook voeding op het nest aan de pop en de jongen.
Als de jonge agapornis nigrigenis’ uitkomen zijn ze volledig roze “vleeskleurig” met enkele donsveertjes. De ogen zijn de eerste 10 dagen gesloten. In deze periode zijn beide ouders zeer beschermend voor de jongen. Een nestcontrole kan de ouders al snel overstuur maken en dient u tot een minimum te beperken.
Wanneer de jongen uitgekomen zijn is het belangrijk voldoende opfokvoeder in de vorm van eivoer en universeelvoer aan te bieden. Op een leeftijd van circa 8 tot 10 dagen dient u de jongen indien gewenst te ringen met ringmaat 4mm. Op een leeftijd van circa 6 weken zullen de jongen uitvliegen. De mannelijke agapornis nigrigenis neemt het voeden van de jongen dan grotendeels over. Na circa 2 weken zullen de jongen zelfstandig gaan eten en kunnen zij uitgevangen worden.
Jonge agaporniden kunt u gerust in een grote groep samen houden. Door verschillende nestkasten aan te bieden zult u al snel koppeling ontdekken. De koppels trekken zich ’s avonds terug in één nestkast. Dit zal bijna gegarandeerd een goed broedkoppel worden.
Wanneer het broedseizoen over is dient u alle nestkasten grondig te reinigen, oud nestmateriaal wordt weg gegooid en de nestkasten voorzien van een laagje zaagsel, houtmolm etc. De agaporniden trekken zich graag terug in de nestkast om te slapen. Ook kruipen zij ’s winters vaak in de nestkasten om elkaar warm te houden.
Geef een reactie