Agapornis Canus

De agapornis canus; de grijskop agapornis is een vrij onbekende ondersoort in de agapornis familie. De opvallende grijze kop van de man tezamen met het toch wat schuwe karakter maken dit een zeer bijzondere vogel. 

De agapornis canus in het wild

De agapornis canus is in 1788 voor het eerst in de wetenschappelijke literatuur beschreven. De eerste grijskop agapornis werd in 1872 in Europa ingevoerd, het duurde tot 1882 voordat er succesvol in gevangenschap met de agapornis canus gekweekt werd. Dit gebeurde in Engeland, al zijn er ook meldingen van succesvolle kweek met de grijskop agapornis in Duitsland die al circa 10 jaar eerder de ronde deden.

De grijskop agapornis kent in het wild twee ondersoorten;

  • agapornis canus canus; de “normale” grijskop agapornis welke in vrijwel heel Madagaskar voorkomt
  • agapornis canus ablectaneus; deze ondersoort komt alleen in zuidelijk Madagaskar voor
Agapornis Canus
Agapornis Canus man

Op de rode lijst van de IUCN staat de agapornis canus op “least concern” wat betekend dat er geen dreiging is voor uitsterven van deze soort. In het wild leven de grijskop agapornissen hoofdzakelijk in de loofbossen, en de hellingen langs de kust. In het wild worden de grijskop agapornissen zowel in grote kolonies als kleine groepen gezien. De grijskop agapornis is een vrij schuwe vogel waardoor zij moeilijk in te houden zijn in gevangenschap. Bij de minste onraad zullen ze direct opvliegen waardoor de kweek er niet makkelijker op wordt.

In het wild eet de agapornis canus hoofdzakelijk gras en onkruid zaden, daarnaast wordt een stuk fruit op zijn tijd ook graag gegeten.

Geslachtsonderscheid bij de agapornis canus

Het geslachtsonderscheid bij de agapornis canus is bij volwassen dieren zeer makkelijk. De man heeft een zeer kenmerkende grijze kop, keel en nek. De pop is volledig groen van kleur. Bij jonge vogels is deze grijze kleur bij het volledig in de veren komen van de jongen al goed zichtbaar. Bij de agapornis canus kan in tegenstelling tot andere soorten agapornissen dus al op jonge leeftijd onderscheid gemaakt worden tussen de geslachten.

Huisvesting voor de grijskop agapornis

De agapornis canus kan goed in een (buiten) volière gehouden worden zolang er maar gelegenheid is om te schuilen tegen de kou en elementen. Dit kan in een (licht) verwarmd nachthok of een nestblok waar de vogels zich in kunnen terugtrekken. Het nachthok dient als vanzelfsprekend tochvrij te zijn om de vogels niet ziek te maken.

Kweken met de agapornis canus

Agapornis Canus pop
Agapornis Canus pop

In het wild broed de grijskop agapornis van november tot april. De nesten worden gebouwd in boomholtes. Het nest wordt door de pop bekleed met kleine stukjes boomschors en bast, gras en bladeren. Als het nest af is legt het popje 3 tot 8 eitjes die in circa 23 dagen uitgebroed worden. Het popje broed de eitjes volledig alleen uit waarbij de man het nest soms aandoet om de pop te voeren. Als de jonge grijskop agapornissen na circa 23 dagen uit het ei komen zijn ze al voorzien van wit dons dat langzaam donkerder wordt als ze ouder worden. Na 6 tot 7 weken vliegen de jongen uit.

De agapornis canus die hobbymatig gehouden wordt komt over het algemeen niet snel tot het bouwen van een nest en broeden. De dieren zijn door hun schuwe karakter zeer snel verstoord. Er zijn wel kwekers die jaarlijks succesvol met de grijskop agapornissen kweken. Vaak worden de vogels in een grote broedkooi van circa 1 meter breed, en 0.5 meter hoog en diep gehouden. Nog beter is een kleine volière waar geen andere vogels in gehouden worden. In deze (kleine) volière worden verschillende broedblokken opgehangen zodat de agapornis canus pop zelf kan kiezen welke nestlocatie zij geschikt vindt. Niet alle popjes bekleden hun nest netjes met nestmateriaal. Daarom is het verstandig wat vochtig turfmolm of vermolmd hout in de nestkast te doen. De eitjes blijven hierdoor goed liggen, en drogen niet te snel uit.

Omdat de agapornis canus een vrij schuw karakter heeft is het belangrijk ze zo min mogelijk te storen wanneer zij overgaan tot het betrekken van hun nest. Voer geen nestcontroles uit wanneer u weet dat één van de vogels op het nest zit. Het popje begint vaak al na het eerste of tweede eitje te broeden. Hierdoor kunt u al snel inschatten wanneer de jongen geboren zullen worden. De man voert het popje op het nest waardoor zij niet meer in de volière of broedkooi gezien wordt.

Op een leeftijd van circa 14 dagen kunnen de jonge grijskop agapornissen geringd worden met ringmaat 4mm. De jongen vliegen dan na 6 tot 7 weken uit. Ze worden na het uitvliegen nog een korte periode gevoerd door de man. Omdat de mannen onderling agressief kunnen zijn is het verstandig de jongen uit te vangen zodra zij zelfstandig zijn. Op die manier gunt u de ouders rust voor een tweede legsel. De grijskop agapornissen kunnen zeer agressief zijn richting soortgenoten. Daarom dient u ze paarsgewijs te houden. 2 mannen of 2 poppen samen gaat niet

Voeding voor de grijskop agapornis

De agapornis canus eet in gevangenschap een goede mengeling voor agapornissen. Dit wordt naar behoefte aangevuld met dagelijks verse groenten en fruit. Ook levend voer in de vorm van meelwormen, buffalowormen, pinkys en miereneitjes wordt graag genuttigd. In de broedperiode is dit levend voer van belang vanwege het hoge eiwit gehalte wat een belangrijke voedingsstof is voor de jongen, zij krijgen het via de kropmelk van de pop binnen.

Verse onkruiden met hun zaden worden ook graag genuttigd door de agapornis canus. Let erop dat dit onbespoten onkruiden zijn, dus geen bermkruiden. Ook dient er zoals bij alle vogels altijd vers drinkwater beschikbaar te zijn.

Mutaties

Zover mij bekend zijn er geen mutaties bekend van de agapornis canus. Mocht u toch mutaties kennen dan hoor ik dit graag!

1 gedachte over “Agapornis Canus”

  1. Hallo ik ben henk uenk en kweek al jaren met canus maar ik ben er van overtuigd dat we in Nederland 90 procent kweeken met het onder soort die zijn veel donkerder en masker is blauw grijs ik heb ook een koppel lichter groen en masker schijnt geel door door de jaren heen hebben de keurmeester s de vogels mer donkere koppen altijd een streepje voorrang gekregen omdat ze om te zien mooier zijn ik stuur no ook de lichte in ben benieuwd wat de keurmeester zegt

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven